zaterdag 3 november 2012

Patronen en de ongedefinieerde kracht van de drie

In het boek dat ik aan het lezen ben 'Intellectuele verleiding' komen onder andere de achterliggende oorzaken van de eerste wereldoorlog aan de orde. De auteur beargumenteerd daarin dat die niet zo onvermijdelijk was als vaak wordt gedacht. De twee voorwaarden waardoor de oorlog zo groot kon worden als ze werd: Een zekere onvrede over de saaiheid en veiligheid van het bestaan in met name de hogere kringen van de samenleving in verschillende landen, gekoppeld aan een lange periode van vrede die de verschikkingen van oorlog had doen vergeten aan de ene kant, en aan de andere kant het gevoel in Duitsland dat de opgang van industrie en leger zich nu ook maar eens moesten vertalen naar een belangrijke plek in de internationale politiek, bestonden namelijk al decennialang naast elkaar, en vlak voor de oorlog wees niets erop dat dat niet nog decennia had kunnen doorgaan, totdat het een of het ander zijn tijd had gehad. Het kostte maanden met een lange serie vergissingen, miscommunicatie en verkeerd uitgepakte goede bedoelingen voordat uiteindelijk alle stoppen doorsloegen. In het hele patroon zit een analogie die ergens heel herkenbaar is: means, motive en opportunity, de basis van alle misdaad. Brandstof, zuurstof en een vonk, de basis van elk vuur, een object met hoge snelheid, een object met lage of tegengestelde snelheid en iets onverwachts, de basis van elk verkeersongeval, een reactie tussen twee stoffen met een activeringsenergie, de basis van elke springstof.

Zichzelf voortstuwende patronen hebben iets fascinerends. In het boek 'Schuld, de eerste 5000 jaar' vond ik nog zo een patroon: Het militair-muntgeld-slavernijcomplex als basis voor de grote rijken uit de oudheid: Geld betaalt het leger, leger verovert gebied en voert bevolking af als slaaf, slaven werken in de mijn, gemijnd metaal wordt gemunt tot geld. Het patroon stuwt zichzelf voort, want er moeten steeds nieuwe gebieden worden veroverd om de mijnen bemand te houden. Het stortte in met de uitputting van de mijnen in Europa, en had met de ontdekking van Amerika een laatste opleving.  De wereld van vandaag zit net iets anders in elkaar maar wordt nog steeds geplaagd door zichzelf ongecontroleerd voortstuwende patronen. De ene zeepbel volgt op de andere: houdbaar goed wordt duurder, houders van het goed maken winst, andere mensen willen het ook, de prijs klimt verder enz. Het is een zich opbouwende feed-forwardloop van toenemende winst, gekoppeld aan een tijdelijk afwezige of onderdrukte feed-back loop van realisatie wat iets eigenlijk waard is. Het leidt weer tot drie: een overgewaardeerd goed, eigenaren van dat goed die het alleen voor speculatieve doeleinden hebben gekocht (olie), of alleen kunnen bezitten in een klimaat van stijgende prijzen (rommelhypotheek), en een paniekreactie, waarop het volgende zichzelf voortstuwend patroon zich aandient, de crisis.

Ook in de herkenning van een dergelijk patroon zit iets fascinerends. Een patroon is gebonden aan een bepaalde schaal van tijd: een kind dat in een oorlog of andere crisis geboren wordt kan het niet herkennen want het weet niet beter, heeft het begin en eind niet geobserveerd. Het is ook gebonden aan een schaal van plaats. Als je alles vanuit een bepaald dorpje bekijkt komen er af en toe gewapende figuren langs die allerlei ellende brengen, maar het hoe en waarom blijft onduidelijk. Als mens herkennen we de verschillende patronen en hangen er een woord aan: crisis, oorlog, ontwikkeling, leven. Het aparte is dat we allemaal de woorden kennen, en weten welke gebeurtenissen in welk gebied in welke tijd ermee bedoeld worden, maar er behoorlijk wat moeite mee hebben om een goede definitie te geven. In sommige gevallen blijken zelfs door deskundigen opgestelde definities schromelijk tekort te schieten. Twee voorbeelden waar in de zeer recente geschiedenis nog een aanzienlijke investering van tijd en denkwerk nodig bleek om tot een bruikbare definitie te komen bij woorden die al heel oud zijn, het verstand en het leven:
http://www.thersa.org/events/video/vision-videos/the-emerging-mind
http://www.ted.com/talks/christophe_adami_finding_life_we_can_t_imagine.html

We zien juist nu zoveel werk in het komen tot betere en meer technische definities van oude begrippen omdat we proberen ze te laten herkennen door een algoritme. Het computerprogramma BRUTUS schrijft opstellen van 500 woorden. Zo een opstel moet wel ergens over gaan, om een computer zo ver te krijgen dat er een verhaaltje over verraad uit komt, bleek de moeilijkste stap te zijn om te komen tot een wiskundige definitie van verraad. Prachtig toch! Wiskunde en verraad, je zou er zelf nooit op komen om zelfs maar te proberen ze te koppelen. Ik denk dat uit al die nieuwe wiskundige definities van eeuwenoude patronen nog een heleboel leuke nieuwe observaties gaan komen. Het zijn boeiende tijden....