donderdag 2 januari 2014

Afrika: een continent op de rand van 2013

Je denkt dat als je Suriname gewend bent, een Afrikaans land toch een beetje meer van hetzelfde gaat zijn, maar daar vergis je je in. Neem het verkeer: In Nederland is het verkeer netjes geregeld en krijgen te hard rijders een dikke bon op de mat, in Suriname is het nogal chaotisch op de weg en zie je tijdens een lange rit vaker wel als niet ergens een ongeluk: overreden fietser of bromfietser, blikschade, van de weg geraakte hardrijder. In Marokko is het een beetje veel van allebei, en toch weer helemaal anders. Over het verkeersnet is nagedacht: meerbaans doorgaande wegen met daartussen kleine weggetjes waar je met een auto niet in mag of weinig te zoeken hebt. Grote rotondes op de meeste belangrijke kruisingen, vaak met een stoplicht. Op die brede wegen rijdt veel verkeer, maar niet zoveel dat het vaststaat (nog een belangrijk verschil met Suriname en Nederland). Dat verkeer rijdt op zijn Afrikaans kriskras door elkaar: betekenis van wegbelijning lijkt iedereen te ontgaan, Tourbussen rijden op de fietsstrook, fietsen doen mee met invoegen en uitvoegen, motorfietsen zijn uitgerust met drie wielen en een laadbak die zich met een pickup kan meten maar wurmen zich toch overal tussendoor waar het nog net past. Zebrapaden worden erkend als legitieme plaats om over te steken, inhouden of stoppen voor voetgangers behoort echter niet tot het repertoire. Voetgangers die het toch vertikken om bewield verkeer voor te laten gaan kunnen rekenen op een van de volgende twee reacties: a. Het verkeer weeft zich zonder in te houden om de voetganger heen door net zoveel meer links of rechts te houden als nodig om ervoor te zorgen dat de voetganger het overleeft en de overkant bereikt. Dit gaat moeiteloos en onopgemerkt voorbij. b. De voetganger bezet op het moment van passeren een dusdanige positie op de weg dat een omtrekkende beweging niet mogelijk is, het verkeer houdt net zoveel in dat het vlak achter de zich voortbewegende voetganger langsgaat. Bij rennende overstekers wordt de noodzaak tot inhouden geaccepteerd. Beweegt de voetganger zich echter rustig lopend dan wordt dit met getoeter en gemopper beantwoordt. Het meest bijzondere aan alles vond ik echter dat het verkeer hoewel chaotisch, toch beschaafd is. De marges zijn klein, en de risico's zijn vergeleken met Nederland groot, maar de plankgas en wie niet weg is mogen ze opvegen mentaliteit die je in Suriname nogal eens ziet ben ik niet een keer tegengekomen. Ergens verbaasde me dat ook wel aangezien het in Nederland weer juist bovengemiddeld vaak de Marokkaanse jongens zijn die het leuk vinden om met honderd km/u hun drukuitlaat te gaan testen in een woonwijk, compleet met doodsbedreigingen aan ieder die er wat van zegt. In Marokko zelf zoekt iedereen naar zoveel mogelijk ruimte, gaat tot het gaatje, neemt voor europese maatstaven volstrekt onverantwoorde risico's maar laat zich niet opfokken tot onbeheersbare woede, moppert en toetert met een opgeruimd humeur en lijkt heel goed te beseffen dat een ander van de weg rijden echt not done is. De ontelbare keren dat ik in Suriname met mijn fiets de berm moest opzoeken omwille van het vege lijf in gedachten vind ik dat al heel wat. En acht dagen later hebben we ook nog geen enkel ongeval gezien.

Het openbaar vervoer is een eigenaardigheid op zich. Stadsbussen zijn er niet, iedere stad heeft een (soms trein)- busstation van waaruit je de bus kunt pakken naar de naastgelegen steden. De rest gebeurt met taxi's. De gemiddelde Marokkaan kan zich nog geen eigen auto veroorloven. Bijna alle gebouwen zijn drie of vier lagen hoog, de stad eindigt abrupt in de woestijn. Het ommuren van een eigen stukje woestijn voor een privewoning in een buitenwijk lijkt door de meeste mensen niet als iets zeer begerenswaardigs te worden gezien, of de overheid is zo verstandig er niet aan te beginnen. Bij al die meerlaagse woongebouwen zijn amper parkeerplaatsen, wat natuurlijk ook niet nodig is als je je toch per tweewieler of taxi verplaatst. Taxi's zijn strak gereguleerd, genummerd en van vergunning voorzien per voertuig. Eenmaal voorzien van een taxivergunning gaat zo een voertuig natuurlijk nooit meer van de weg, wat het stadsbeeld verfraaid met, in Agadir, zo'n duizend oude Mercedessen en Pegeut 206'en.  Er zijn wel nieuwe taxi's maar die zijn schaars en hebben geen vast model meer. Het gebrek aan grote hoeveelheden zwarte of blauwe rook uit al die taxi's doet vermoeden dat de autokeuring serieus genomen wordt, de afwezigheid van stoelriemen het tegenovergestelde. Een peugeot 206 petit taxi mag maximaal drie passagiers vervoeren, waar men zich strikt aan houdt, mag de stad niet uit, waar men zich niet aan houdt, en moet zich laten betalen volgens de meter, waar men zich soms aan houdt. Duur is het niet, ongeveer 50 eurocent per kilometer. Mercedestaxi's kennen al deze beperkingen niet, je ziet zelf maar in overleg met de chauffeur hoeveel mensen je er in propt, 5 volwassenen en drie kinderen is meer regel dan uitzondering. Je regelt ook maar zelf met de chauffeur hoeveel je betaalt. Ons kwam het dichter bij de twee euro per kilometer te staan, maar dat ligt natuurlijk aan onszelf.

Het is ook een uitgesproken menselijke wereld. Niet menselijk in de zin dat de mensen meer mededogen met elkaar hebben dan elders, er lopen een hoop bedelaars en min of meer toekomstloos opgroeiende kinderen. Wat daarbij weer erg anders is in vergelijking met Suriname is dat bedelaars bijna altijd vrouwen zijn, heel vaak in boerka terwijl verder haast niemand die draagt, met kleren is men vrij relaxed, zelfs een hoofddoek draagt maar een kleine helft van de vrouwen. De wereld is menselijk in de zin dat die voor een veel groter deel uit mensen bestaat dan we gewend zijn. Om een paar voorbeelden te noemen: de enige beveiligingscamera die ik heb gezien hing op het vliegveld, voor de rest is beveiligen mensenwerk. Bij ieder bankfiliaal staan tussen de een en drie man op wacht, koninklijke paleizen hebben een grote tot zeer grote paleistuin, deze worden bewaakt door om de vijftig meter een man, afgelegen delen van de tuin annex natuurreservaat zijn voorzien van mannen te paard, bewaker van de koning is een serieus beroep met een mooi uniform en een eind moeten lopen hoort daar niet bij, een mooi paard wel. Ga je inkopen doen dan ga je naar de markt, winkels zijn er verder immers weinig en hebben niet veel, het enige wat ik verder ben tegengekomen was het Marokkaans equivalent van een klein Chinees winkeltje in Suriname, alleen zonder Chinees want die zijn er niet. De markt is groot en behalve auto's is er voor zover ik heb kunnen zien alles te koop. Dat kopen gaat kraampje voor kraampje, spulletje voor spulletje. Vaste prijzen of prijsbordjes zijn er niet, over alles kan en moet onderhandeld worden, desnoods banaan voor banaan. Van onze gidsen hoorden we dat als ze zelf wat nodig hadden dat ze gemiddeld drie uur uittrokken voor die inkopen, je kunt immers beter een uur extra onderhandelen dan een dirham teveel betalen, de volgende keer weet de verkoper dan dat je wat kan missen en dat moet kost wat kost voorkomen worden. Vergelijk dat proces met het volgooien van een winkelwagentje uit in de fabriek handig ingepakte dozen bij de Aldi, en afrekenen bij een zelfscankassa op basis van streepjescode en pinpas. Veel van wat er te koop wordt aangeboden wordt ter plekke gemaakt, een handelaar in kleden heeft een weefgetouw staan waarop hij werkt als er geen klanten zijn om mee te onderhandelen, een handelaar in matrassen neemt de bestellingen op in maat, dikte, type veer, type bekleding en de rest van zijn familie en werknemers maakt ter plekke het matras. Tapijten worden niet ter plekke gemaakt, want op de markt werken mannen, en tapijten knopen is vrouwenwerk, en vrouwen mogen wel op de markt komen als klant maar slechts zeer zelden als verkoper. De tapijten worden vanuit omliggende dorpen aangevoerd en s'middags geveild tussen de tapijthandelaren onderling: die met een vrachtwagen verkopen en die met een winkeltje/kraampje kopen, overige mannen kijken toe. Het geheel gaat gepaard met veel gepraat, gemopper, half geveinsde verontwaardiging en vooral heel veel thee. Sommige mannen kunnen zich sigaretten veroorloven, voor de meesten is dat met twee euro per pakje te duur. Eigenaardig genoeg doet men niet aan het roken van shag. De zelfrolsigaret is een recentere uitvinding als de fabriekssigaret, wat op zichzelf al eigenaardig is, maar voor de fabriekssigaret rookten mensen pijp. Waarom die vinding die roken toch de helft goedkoper maakt nou wel het rijke Europa veroverd heeft maar niet de rest van de wereld is een van de dingen waar ik me al een hele tijd over verbaas. Over roken gesproken, ik heb geen schoorsteen gezien. Niet in Agadir en niet in Marrakech. Wel hoogspanningsleidingen en transformatoren, maar nergens een rokende schoorsteen. De twee steden samen tellen tegen de drie miljoen inwoners. Om voor zoveel mensen de stroom aan te voeren over wat hoogspanningslijnen die weinig indrukwekkender zijn als die van Afobakka naar Paranam impliceert volgens mij dat het stroomverbruik per inwoner nooit heel hoog kan liggen, het zou me niets verbazen als in sommige armere wijken de inwoners uberhaupt nog geen electriciteit hebben, maar ik ben er niet s'avonds doorheen gereden om het zeker ter weten.

Ons hotel heeft geen lift, maar wel vier man in dienst om koffers trappen op en af te dragen, goedkope hotels in Marrakech hebben een receptieruimte met een of zelfs twee bedden. Kom je laat thuis dan klop je op het raam om de receptionist wakker te maken en die laat je binnen. Heel de oude stad van Marrakech bestaat trouwens uit huizen gebouwd rond hofjes, afhankelijk van hoe oud het is twee, drie of vier lagen hoog. Ieder hofje wordt afgesloten door een poort. Nog niet zo heel lang geleden had die poort slechts een sleutel, een van de mannelijke leden van de ongeveer tien families die er woonden fungeerde als sleutelhouder en portier, pas sinds kort raakt dat in onbruik en van de meeste hofjes heeft nu ieder huishouden een eigen sleutel. Zijn de gebouwen van de buitenkant wat eentonig, roodbruin in Marrakech om het weerkaatsen van de woestijnzon wat tegen te gaan, wit in de rest van het land, binnen in de hofjes is het een explosie van versiering. Tegeltjes in allerlei ingewikkelde patronen gelegd of gezet, met op de tegeltjes zelf nog ingewikkeldere en doorlopende gleurige patroontjes in het glazuur. Kom je in het oude paleis, nu museum, dan is dat aangevuld met een oneindigheid aan houtsnijwerk, in gips gegoten reliefpatronen, al dan niet vervolgens nog beschilderd. De plafonds bestaan uit houten panelen met daarop nog meer patronen geschilderd. Om ieder type bloempje of vormpje dat gebruikt wordt van een enkele kamer na te tekenen heb je waarschijnlijk al een dag nodig, en elk vormpje komt ontelbaar veel keren terug. De verdiepingsvloeren in het paleis bestaan uit bewerkte houten balken, daarop planken en daaroverheen tegelmozaieken gezet in klei. Die laatste zijn niet in zo een beste staat met veel ontbrekende en losgeraakte tegeltjes van de vele langslopende toeristen. Vreemd genoeg voelen de beheerders van het museum zich slechts sporadisch geroepen dit te repareren, voor elke tien kapotte plekken zie je een gerepareerde.

Gezien de prijs van houtsnijwerk en andere handgemaakte spulletjes is mijn zeer grove inschatting dat het loon voor goede kwaliteit handwerk ergens in de buurt van de nog net geen euro per uur komt. Wat ik hoogst eigenaardig vind is hoeveel van hetzelfde er wordt gemaakt. In de souk van Marrakech zijn meer dan drieduizend winkeltjes. Hiervan zijn rond de tweeduizend met Berber spulletjes en rond de duizend Arabische winkeltjes, wat voor zover ik het ben gaan begrijpen betekent dat ze geimporteerde spullen verkopen. De Berberwinkels verkopen hele mooie lampen van bewerkt metaal, theepotten en bijbehorende bewerkte schalen en glaasjes, geglazuurde en beschilderde borden, asbakken en Tajinpotjes, beeldjes uit hout of steen, bij voorkeur van een kameel maar er zijn veel vormen, traditionele leren sloffen, leren slippers, leren tassen, armbandjes, kettinkjes, sjalen en traditionele jassen en kruiden. Deze spullen zijn heel erg mooi gemaakt, van goede kwaliteit en prima geprijsd. Probleem lijkt dat tweeduizend winkeltjes voor het aanbieden van bovengenoemd assortiment wat veel is. Dientengevolge werkt iedereen zich drie slagen in de rondte voor anderhalve klant, is de markt een absoluut unieke belevenis die je nooit vergeet maar krijg ik niet het idee dat de gemiddelde verkoper er veel aan verdient. Wat mij het meest bevreemdt zijn de hoeveelheid dingen die er niet gemaakt of verkocht worden: honderd winkels met lokale slippers en sloffen, maar niet een met schoenen. Bijna iedereen loopt op een 'gewone' geimporteerde plastic schoen, de enige schoenenkraampjes die ik heb gezien verkochten deze plastic schoenen, en dat terwijl een prachtig bewerkte leren slipper of pantoffel minder dan tien euro kost. Mij lijkt dan dat je voor twintig euro ook een concurrerende leren schoen moet kunnen maken, maar in geen van de honderd slipper-en-sloffenkraampjes was er een te koop, zelfs niet een dikgeprijsde schoen voor toeristen.  Er zijn ook ongeveer honderd kraampjes met geglazuurde beschilderde borden, asbakken en Tajinpotjes, maar niemand heeft bijvoorbeeld wat wij als een modern servies zien, maar dan zo mooi beschilderd, of een mooie planten bak of... Er staan prachtig bewerkte spiegels, maar geen fotolijsten, prachtige lappen, maar geen bijpassende gordijnroedes of rails. Het geeft mij de indruk van een onafzienbaar leger van bijzonder kundige handwerkers en verkopers, maar vrijwel zonder marketers of productontwikkelaars. Een eigenaardige gewaarwording als je de spaanplaat rommel van Ikea gewend bent waar je op de een of andere manier toch steeds niet omheen kan.

Dus kom je terug in Nederland, laadt je je OV chipkaart op aan de automaat, check je in bij de paal en stap je in een conducteurloze trein en metro en zie je mensen weer spelletjes spelen op hun telefoon in plaats van prijzen berekenen (in Marokko is een mobiele telefoon wel onmisbaar op een marktkraam, als rekenmachine, prijsbordje voor verkopers die echt geen Engels kunnen, om spullen te bestellen en wat al niet meer, maar er spelletjes op spelen doen ze niet). Nederland is ongetwijfeld veel en veel efficienter, en dat zal ongetwijfeld een hoop bijdragen aan de welvaart hier, maar als je je reistegoed afrekent en de betaling door de automaat wordt bevestigd met een opgewekt piepje, bekruipt je toch het onbestemde gevoel dat het niet alleen het weer is wat hier kouder is dan in Afrika.

Merlijn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten