woensdag 15 februari 2012

Leve het oeverloos vergaderen

Vorige week had ik het over Jevon's paradox. Een van de denkbeelden die me het meest boeit. Vandaag ga ik er als inleiding nog een doen. De parabel van de stammen. Stel je hebt twee stammen, die elk op hun eigen stukje grond wonen. Op een dag bedenken ze bij een van de twee dat het eigenlijk wel aardig zou zijn om strijdbijlen en speren te gaan maken en de andere stam de hersens in te slaan, en hun stuk grond over te nemen.  Stam nummer twee heeft in principe drie opties: Optie 1 :Vertrekken, de gewelddadige stam neemt hun grond over en de wapens hebben zich verspreid. Optie 2: Zelf ook wapens maken en zich aldus kunnen verdedigen. De wapens hebben zich nu ook verspreid.  Optie 3: Niets doen en de hersens ingeslagen krijgen. Ook nu breidt de gewelddadige stam zich uit en met hun de wapens. De logica is sluitend, er zijn met de gegevens geen andere opties te bedenken. Er zijn wel andere uitkomsten mogelijk, maar die vereisen allemaal dat er ergens gecommuniceerd wordt: Onderling onderhandelen, er nog tien andere stammen bij halen om de boosdoener op zijn schouders te tikken en er zijn er vast nog meer.

Communicatie is een ontzettend lastig ding. Om een voorbeeld uit mijn eigen beroep te noemen, de meeste faalkosten in de bouw ontstaan uit raakvlakproblemen: De architect, de constructeur, de aannemer, de bouwmanager en de installateur werken allemaal vrolijk langs elkaar heen met als resultaat vijf puzzelstukjes die eigenlijk niet passen en door een onverschillige bouwploeg met de botte bijl passend gemaakt worden, als er een matig resultaat uit komt mag je in de lucht springen. Ik kan zelf erg slecht tegen top down organisaties. De eerste plek waar ik werkte werd ik laaiend omdat mijn hele planning, concentratie en flow iedere keer verpest werd als er ergens iemand een grote bek opzette of met een grote zak geld zwaaide en de ladder van prioriteiten weer eens door elkaar gehusseld werd. Wat eerst en wat laatst ging was het absolute domein van de directie en onbespreekbaar. Verder had ik er een prachtige baan en alle vrijheid en toch. Elke keer dat mijn bezwaren tegen het op driekwart af bevriezen van mijn werk achteloos van tafel werden geveegd bouwde er wat tegenzin op. Dat is onproductief voor iedereen en vooral lastig voor jezelf maar Joost weet hoe je er weer vanaf komt. Bij mijn tweede baan was onbetaald verlof of deeltijd nauwelijks bespreekbaar en ik leef voor mezelf en niet voor mijn chef dus dat raakt een gevoelige snaar. Tegenzin, derde baan. Nu in het onderwijs zit ik in een hele platte organisatie: 1 manager en 12 docenten, verder amper hierarchie. Ik ben ook duidelijk niet de enige die de pest heeft aan het hebben van een baas. Onze manager hoeft maar even zijn eigen gang te gaan en hij krijgt van vijf kanten tegenwind. Ondanks dat er ook wel anders over gedacht wordt hebben we op school volgens mij een heel mooi en democratisch systeem. Er moet (hoe kan het ook anders in Nederland) weer eens het nodige veranderen en geheel volgens onze overtuiging doen we dat gezamenlijk, in een heleboel ingeplande bijeenkomsten. Dat kan ook haast niet anders want niemand zit te wachten om zijn gewijzigde onderwijs wel even voorgeschreven te krijgen. En alle mensen wat gaat het weer traag. De vergader en workshop uren trekken voorbij, concrete resultaten zijn vaak zoek, onderwerpen worden verdaagd en nogmaals verdaagd. Vergaderen is niet echt leuk. Jaren geleden zou ik de hele excercitie stom en zinloos hebben gevonden. Met de tijd ben ik gaan geloven dat lang en soms vervelend vergaderen nou eenmaal de prijs is die je betaalt voor inspraak, en ik ben bereid die te betalen.

Dat doet er niets aan af dat dat communiceren taaie kost blijft. Allereerst is er die mond die soms een eigen wil heeft en er lullige opmerkingen en vieze woorden uitflapt waar je totaal niet op zit te wachten. Dus geef je er maar weer een kromme draai aan en neem je je weer beterschap voor. Kansloos. Dan is er de volkomen onwetendheid over hoe iets gaat vallen, hoe weldoordacht ook. Denk je een kwartier na over een mail van tien zinnen, krijg je een antwoord terug dat alleen verteld dat de ontvanger het na zin twee wel weer gezien had met lezen. Dan is er de redelijk volkomen onwetendheid over referentiekader en voorkennis aan de overkant. Geef je twee uur college over integraalrekening en vraagt een student aan het eind "waarom zet u toch steeds van die slingertjes op het bord". Hij kan er niets aan doen dat hij de voorkennis niet heeft om het te volgen, en dat hij te introvert is om het na vijf minuten te vragen. Ik kan er weinig aan doen dat ik het niet door heb dat het langs hem heen gaat. Het is gewoon de inherente inefficientie van het overbrengen van een idee.

Ook redelijk funest is de storing die ontstaat doordat we alles wat we zien interpreteren naar onszelf. Omdat we alleen onszelf een klein beetje begrijpen denken we bij gebrek aan beter dat iedereen zo in elkaar zit. Een heel mooi voorbeeld daarvan kwam ik tegen in een documentaire die ik laatst keek. Het ging over psychopathie (het onvermogen om je in te leven in een ander) en een onderzoeker legde het uit met het volgende voorbeeld. Stel dat je als psychopate vrouw langs de plek van een ernstig verkeersongeluk komt. Een kind is overreden en de moeder houdt het in haar armen terwijl het sterft. Je voelt er niets bij want je kan je niet inleven in de gevoelens van de moeder. Later ga je naar huis en oefent voor de spiegel de gezichtsuitdrukkingen en gebaren van de moeder. Op een dag zul je ze nodig hebben om een gevoel uit te beelden dat je niet kent. Nou zijn er niet zo heel veel mensen psychopaat maar het onderstreept maar weer eens dat als je spreekt, je eigenlijk geen idee hebt tegen wie je het hebt en dus doe je maar alsof je het tegen jezelf hebt.

Het blijft allemaal maar lastig. We hebben nou eenmaal geen lichaamsdeel dat handig is bij het overbrengen van concepten, ideeen en plannen. Alleen maar een tong die soms zegt wat je wil en soms zomaar wat je mond uit flapt tot groot ongenoegen van de oren die het weer mogen gaan uitleggen bij de baas. Vooralsnog houd ik het bij geduld. Wie het beter weet mag het zeggen, en op naar de volgende vergadering!

1 opmerking:

  1. Misschien kan je er aardig wat aan vernaderen als je de voorzitter zou zijn
    Jose

    BeantwoordenVerwijderen